Een bijzonder oorlogsverhaal
Roland Strubbe had als kind een zalige jeugd op het hof! Klokhofstede was een actieve boerderij. Broers Gilbert en José studeerden; Roland en zus Marie-Jeanne groeiden hier op en werkten later actief mee: helpen met de oogst, het vee, de koeien en paarden, en dan op de middag als het werk gedaan was picknicken onder de lindenboom.
Tijdens de oorlog, Roland was toen 4, had ook Loppem hieronder te lijden. Het was Hoogdag en half oogst, veertien dagen voor de bevrijding van Loppem in 1944.
De familie Zwanepoel verwant aan moeder Irene uit Klemsklerke woonden hierin omdat ze niet in hun eigen huis, ook ’t Klokhof genaamd, terecht konden. Er was in de omgeving oorlogsgevaar en ze werden verplicht om te evacueren en door de familie Strubbe opgevangen.
Die dag keek vader Maurice uit het venster in de keuken van het woonhuis en zag de Duitsers komen!
De kinderen zaten boven omdat ze er ook sliepen.
Maurice riep naar de jonge knaap, Arsène Zwanepoel, dat de Duitsers eraan kwamen. Hij beval dat de kinderen boven moesten blijven en dat Arsène zich moest verstoppen onder het luik.
Bovenaan aan de trap, onder een luik, tussen zolder en kelder was er een lege ruimte… Arsène verstopte zich en Vader Maurice, vermits de zolder ook diende om aardappelen te stokkeren, legde op het luik een zak aardappelen. De Duitsers doorzochten het hele erf, alle gebouwen en het huis. De jongen zelf bleef de hele namiddag in dat lege hol zitten… met de nodige angst!
Waarom moest deze jonge man zich nu verstoppen?
In die tijd moesten alle 18-jarigen naar Duitsland gaan om in de fabrieken aldaar te werken. Maar Arsène wilde niet… De Duitsers zochten hem want Arsène was dus voortvluchtig.
Vader en moeder Strubbe besloten na dit voorval dat Arsène beter elders kon gaan wonen, want die dag was te zenuwslopend voor de hele familie …